‘Ik denk dat ik de woorden uit dat boek wat u me laatst gaf begin te snappen, oma,’ sprak de jongen, ‘eindelijk begin ik stappen te maken! Volgende maand ben ik denk ik wel klaar voor de volgende stap, goed he?’
‘Da’s mooi, jongen’, grinnikte de oude dame, ‘maar dat je het snapt is niet zo belangrijk, hoor.’
‘Hoezo?’
‘Je zult het moeten begrijpen voordat je er wat mee kunt.’
‘Begrijpen, oma?’
‘Snappen doe je met je hoofd, jongen. Begrijpen is een taak van het hart. En die heeft zijn eigen ritme. Die gaat zich niks aantrekken van jouw haast.’
‘Maar ik wil dóór!’
‘Ja, dat hoor ik, maar dat doet er niet veel toe dat jij dat wil. Dit is iets waar jouw haast geen invloed op heeft, hoe lastig je dat ook vindt. Je zult je moeten leren te verhouden tot de gouden regel waar elke leerling mee moet worstelen.’
‘En dat is, oma?’
‘Zodra je de haast in jezelf voelt opkomen, bedenk je dan wat ze het oude Egypte al zeiden: Het gaat vlugger als je het langzaamaan doet.’