‘U hebt een druk kind, mevrouw,’ vriendelijk knikt de oude man naar de vrouw naast zich op het bankje. ‘Ik zie hem vol energie de speeltuin door vliegen,’ wijst hij op een jongetje van negen die het klimrek onveilig maakt.
‘Ach, meneer… het is een opgave. ADHD, he? Er is niks aan te doen.’
‘Als ik zo vrij mag zijn, mevrouw, dat betwijfel ik.’ ‘Pardon? Hoezo?’
‘Ach, toen ik nog werkzaam was… nee, laat ik het anders vragen: ‘waaróm is dit kind zo druk? De stempel ADHD is een beschrijving van het gevolg, maar wat is de oorzaak?’
‘Ja! als we dat eens zouden weten!’
‘Mag ik u een andere vraag stellen, mevrouw? Waar zijn uw sleutels van de auto?’
‘Dat is een gekke vraag! Hier in mijn zak, daar…. Eeuh, ze zitten er niet in!’ Zenuwachtig beklopt de vrouw al haar zakken. Daarna volgen de tassen. Al snel staat ze op om onder bank te kijken, maar ook daar liggen geen sleutels.
‘Maar mevrouw, wat bent u opeens onrustig!’ grinnikt de man.
‘Ja, vind je het gek! Ik zoek me verloren! Die sleutels zijn belangrijk, hoor!’
‘Ze liggen daar naast die plantenbak, mevrouw. Ik zag ze net al uit uw zak vallen. Maar luistert u eens: leek uw gedrag zonet niet verdacht veel op dat van uw kind? Uw onrust, uw korte antwoorden, uw ongeduld uw bij vlagen lichte paniek…. Wellicht is uw kind wel zoekende naar iets in zijn leven.’
‘Wat dan?’
‘Precies! Dát is de vraag waar u hem bij kunt helpen!’