‘Wat een oen!’ kribbig ploft de beschermengel naast twee andere engelen neer op de rand van een wolk, ‘Wat een oen! Bijten ze trouwens een beetje?’ vraag hij terwijl hij zijn hengel over de rand van de wolk gooit hopende dat een voorbijvliegende vredesduif in het brood wil bijten.
‘Wie is er een oen?’ vraagt zijn collega zonder antwoord te geven.
‘De mens die ik moet beschermen. Kijk hem daar nu staan roepen!’ wijst de engel naar een weiland ver weg op aarde. ‘Bedoel je die met dat korte donkere haar? Nou, de mijne is knapper!’ grinnikt zijn collega, ‘maar wat zegt die nou eigenlijk? Ik versta er niks van.’
‘Ach, hij is al tijden aan het twijfelen wat hij met zijn leven wil. Welke kant hij voor zijn geboorte had bedacht om op te gaan, zeg maar. En nu roept hij boze woorden naar mij omdat ik hem niet help.’
‘Tja, dan heeft hij het inderdaad niet begrepen…’
‘Nee, want ik wíl hem best wel helpen, maar er is maar één ding wat wij engelen niet kunnen… ‘
‘…. En dat is initiatief nemen!’ roepen de andere twee in koor,
‘Precies! We kunnen wel zijn initiatief stéunen als het de goede route is, maar de eerste stap moet van hem uit gaan.’
‘Je moet vannacht in zijn dromen maar gaan vertellen dat hij het gewoon moet proberen en dat jij hem helpt zodra hij de goede keus heeft gemaakt.’
‘Hmmm, ik weet niet of hij nog gelooft in de kracht van dromen, maar ik denk dat ik dat maar probeer…. Hebben jullie trouwens al een duifje gevangen?’
‘Nee, ze lijken wel verdwenen. Ik denk dat ze het te druk hebben op aarde.’