‘Ja, ik moet toegeven dat ik het een mooi wereldbeeld vind wat u me voorschetst.’ Enigszins kritisch zit ik tegenover een vrouw die in ieder geval de uitstraling heeft alsof ze de wereld-wijsheid in pacht heeft. Ondanks haar wijze woorden en haar rustige uitstraling, blijft het kriebelen… Hoe weet ik of het écht zo is? Hoe weet ik of ze écht gelijk heeft? Het klinkt prachtig allemaal, maar ik heb geen enkele mogelijkheid om te bewijzen dat ze écht gelijk heeft….
Glimlachend ziet ze mijn innerlijke worsteling aan: ‘Je zoekt naar bewijzen, is het niet?’ vraagt ze.
‘Ja,’ mompel ik toch wel wat beschaamd.
‘Die kun je vinden, maar daar moet je aan werken. En dat duurt jou te lang, is het niet? Weet je wat sneller gaat? Jezelf deze simpele vraag stellen: Als ik voor waar aanneem wat ik net hoorde, wordt het leven daar dan logischer van? Loop met die vraag maar eens een tijdje rond, dan komen de bewijzen vanzelf wel. Of niet. En dan laat je mijn theorie gewoon weer los.’