Leven
‘Je moet je niet zo druk maken, jongen’, sprak de oude man, ‘drukte is niet wat het leven je wil brengen.’ ‘Ja, maar!’ sprak de jongeling, ‘ik moet nog dit doen en dat en…’
‘Maak je niet zo veel zorgen, jongen’, sprak de oude man, ‘zorgen zijn niet wat het leven je wil brengen.’ ‘Ja, maar!’ sprak de jongeling, ‘na het verlies van….’ ‘Je hoeft niet zo lang treuren, jongen’, sprak de oude man, ‘een bezwaard hart is niet wat het leven je wil brengen.’ ‘Ja, maar!’ sprak de jongeling opstandig, ‘wat wil het leven me dan wél brengen!?’
‘Merk dat je ademt, en kijk om je heen’, sprak de oude man rustig. De jongen was even stil en voelde hoe zijn longen zich vulden en hoe hij daar stond, los van ‘vroeger’ en ‘straks’. ‘Wat is het leven mooi!’ zuchtte de jongeling. ‘Dát is wat het leven je wil brengen,’ glimlachte de oude man.