In de Midden-Amerikaanse indiaanse traditie kende men twee soorten tijd, de Tonal en de Nagual. De Tonal tijd is de ‘real-time’ van het dagelijks bestaan. Daar is een minuut 60 seconden en die minuten gebruik je voor je planning en structuur om nog een beetje zekerheid en orde en in te bouwen in de essentiële chaos van het bestaan. Daar gebruiken we ons gedachtenapparaat voor dat ons voorspiegelt dat het Leven maakbaar is. De stad is Tonal. De Nagual is de vloeibare tijd. Droomtijd. Daar kan een minuut in relaxmodus veel langer duren. Tonal is het reservoir van intuïtie, fantasie, onderbewustzijn en Bovenbewustzijn. De zee en de woestijn zijn Nagual. Als we niet af en toe even in de Nagual tijd zijn, worden we hyper, burned out, ongelukkig. Daarom verlangen we in een gestreste omgeving of baan zo naar het weekend, de vakantie, de ontspanning. Hoe meer Nagual tijd gedurende de week hoe mee we opladen voor de Tonal tijd.
Vraag: Kijk eens bij jezelf hoe de verhouding ligt tijdens de week tussen Tonal-tijd en Nagual-tijd en of je nog wat aan de verhouding hebt te doen? En hoe?