Luisteren en Spreken maakten samen een wandeling. Luisteren vroeg aan Spreken: “Vertel eens, wat versta jij onder een goed gesprek? Spreken antwoordde: “Wanneer ik door mijn gesprekspartner word uitgenodigd om meer te luisteren en word teruggefloten als ik te veel praat.” Spreken vroeg aan Luisteren: “Hoe zit dat voor jou?” Luisteren antwoordde: “Wanneer ik door mijn gesprekspartner wordt uitgenodigd om meer te spreken en word teruggefloten als ik te veel zwijg”. Glimlachend zetten ze hun wandeling voort.
Twee dingen zijn voorwaarde voor een goed gesprek:
- Luisteren naar wat de ander éigenlijk zeggen wil
- Vragen stellen in plaats van terug praten
Twee dingen zijn nodig voor een slecht gesprek
- Afgesloten zijn voor de ander zijn anders-zijn, en van daaruit…
- De ander vertellen hoe het zit, hoe het moet, hoe het hoort
Dan is het geen gesprek, dat is praten, of nog erger: preken
Er is een gesprek naar buiten en er is een gesprek naar binnen
In een goed gesprek wordt het gesprek-naar-buiten mee genomen naar binnen om vandaar uit weer naar buiten te worden gebracht.
Bij monniken in de Kathaarse traditie was het een gebruik dat als twee van hen wandelend in gesprek waren dat de ander net zo lang zweeg als de één uitgesproken was als de tijd die hij gesproken had. Die tijd gebruikte hij om het gesprokene binnen te laten komen en van daaruit te reageren.
Vraag: Iemand vertelt je iets. Hoe zou het zijn om daarna net zo lang stil te zijn als zijn verhaal duurde?